Er is een uitkering geregeld voor je partner en kinderen als je overlijdt. We noemen dit ‘partnerpensioen’ en ‘wezenpensioen’.

Wanneer komt een partner in aanmerking voor partnerpensioen?

We zien je partner als degene met wie je op het moment dat je met pensioen ging:

- getrouwd was
- geregistreerd partner was
- minstens een half jaar samenwoonde en een notariële samenlevingsovereenkomst hebt.

De persoon met wie je samenwoont mag geen familie van je zijn. Woon je samen, dan moet je je partner bij ons hebben aangemeld.

Hoogte van het partnerpensioen

Standaard is het partnerpensioen 70% van het pensioen voor jezelf. Je partner ontvangt deze uitkering zo lang hij of zij leeft. Heb je toen je met pensioen ging ervoor gekozen het partnerpensioen om te zetten in extra pensioen voor jezelf, dan is er geen pensioen voor je partner.

Wezenpensioen

Elk kind krijgt een wezenpensioen tot hij of zij 25 jaar is.

Standaard is het wezenpensioen 14% van het pensioen voor jezelf.

ANW-uitkering

Mogelijk heeft je partner recht op een wettelijke nabestaandenuitkering van de overheid: de ANW-regeling. Hieraan zijn voorwaarden verbonden. Je partner moet dan geboren zijn vóór 1950 of minderjarige kinderen te verzorgen hebben of gedeeltelijk arbeidsongeschikt zijn. Meer informatie hierover kun je vinden op de website van de Sociale Verzekeringsbank.