Normaal gesproken wordt geld elk jaar iets minder waard. Je kunt met hetzelfde bedrag over een paar jaar minder kopen dan nu. Dat heet ‘inflatie’. Daarom proberen we de pensioenen mee te laten groeien met de stijging van de prijzen. Pensioenfonds Witteveen+Bos werkt met het systeem van resultaatdeling.
Hoe werkt resultaatdeling?
We kunnen het resultaat delen als het pensioenfonds voldoende geld in kas heeft en ook genoeg reserve. Elk jaar bekijkt het bestuur op 31 oktober wat de financiële situatie is. Dit gebeurt aan het einde van ieder jaar volgens wettelijk bepaalde en geldende regels.
Het pensioenfonds kijkt dan naar de dekkingsgraad. De dekkingsgraad geeft de verhouding aan tussen de bezittingen (het vermogen dat het pensioenfonds in totaal beheert) en de verplichtingen (het totaal aan pensioenen dat het pensioenfonds nu en in de toekomst moet uitkeren). Het pensioenfonds ook wettelijk verplicht een reserve aanhouden. Als er vermogen ‘over’ is (dus meer dan nodig voor de verplichte reserve), kan het bestuur besluiten het geld geheel of gedeeltelijk te besteden aan het verhogen van het pensioen dat u heeft opgebouwd of al ontvangt. Op dit moment geldt dat de dekkingsgraad tenminste 125% moet zijn om te mogen besluiten over resultaatdeling.
Elk jaar bekijkt het bestuur opnieuw of resultaatdeling mag en wenselijk is.
De afgelopen jaren heeft Pensioenfonds Witteveen+Bos de pensioenen als volgt kunnen verhogen:
2024: 5,3% (de prijzen daalden met 0,4%)
2023: 5% (de prijzen stegen met 14,3%)
2022: 0% (de prijzen stegen met 5,7%)
2021: 0% (de prijzen stegen met 1,0%)
2020: 0% (de prijzen stegen met 2,7%)
2019: 0% (de prijzen stegen met 2,0%)
2018: 0% (de prijzen stegen met 1,3%)
2017: 0% (de prijzen stegen met 1,0%)
2016: 0% (de prijzen stegen met 0,7%)
2015: 0% (de prijzen stegen met 0,7%)
Verhoging van de pensioenen is niet gegarandeerd
Ons pensioenfonds heeft geen geld gereserveerd om de pensioenen te kunnen verhogen. De verhoging betalen wij uit de algemene reserves. Verhogingen zijn niet gegarandeerd, maar voorwaardelijk en afhankelijk van onze financiële positie en vooruitzichten op dat moment. Over het verlenen van verhogingen in de toekomst kunnen wij geen enkele belofte doen.
Als er in een jaar geen (volledige) indexatie heeft plaatsgevonden, wordt deze mogelijk later ingehaald.
Lees hieronder hoe het bestuur besluit over het verhogen van de pensioenen
Meer in detail: hoe bepalen we hoeveel we de pensioenen kunnen verhogen?
We kijken naar de beleidsdekkingsgraad (de gemiddelde dekkingsgraad in de 12 maanden ervoor) en de stijging van de prijzen.
Vanaf 2023 verhogen we de pensioenen op basis van de volgende regels:
- Is de beleidsdekkingsgraad lager dan 110%? Dan worden de pensioenen niet verhoogd.
- Is de beleidsdekkingsgraad 110% of meer, maar lager dan de TBI-grens? Dan berekenen we volgens de regels voor Toekomstbestendig Indexeren welk percentage van de geambieerde indexatie kan worden toegekend.
- Is de beleidsdekkingsgraad hoger dan de TBI-grens, dan kunnen de pensioenen volledig worden geïndexeerd met de indexatiemaatstaf.
Besluit over verhoging
In januari berekenen we het indexatiepercentage volgens onze regels en de wet.
- We kijken naar:
- de beleidsdekkingsgraad op 31 oktober van het vorige jaar.
- de prijsinflatie volgens CPI alle huishoudens van oktober tot oktober.
- de eisen van toekomstbestendig indexeren.
- In januari beslist het bestuur definitief of de pensioenen verhoogd worden. En met hoeveel.
- Als de pensioenen verhoogd worden, gaat dit op 1 januari in.
- De procentuele verhoging is voor alle deelnemers gelijk.
- Als je al met pensioen bent, krijg je vanaf januari een hogere uitkering.
- Ben je nog niet met pensioen, dan stijgt het pensioen waar je aanspraak op kunt maken.